Hoe kijken twee vrouwelijke coaches met een groot hart voor de overheid naar de (top)ambtenaren die zij begeleiden? Eva Kuit (Mediavrouw) en Petra Hiemstra (Haagse Hoogvliegers) over moed, pijn, groot luisteren en durven dromen. ‘De ambtenaar is al lange tijd een ernstig zieke patiënt. Maar het goede nieuws is: hij heeft het nu door. En hij kan genezen.’
Na een carrière in de journalistiek richtte Eva Kuit in 2004 Mediavrouw op, een trainings- en coachingsbureau voor bestuurders, managers, directieleden, experts en woordvoerders. Missie? ‘Een menselijke overheid. Iedere training bij Mediavrouw is een ontdekkingstocht naar wat jou drijft. Inclusief de angsten die daarbij horen en de moed om ze te benoemen.’ Die ontdekkingstocht zet Kuit voort met de podcast ‘Van systeem naar ik’. Hierin praten topambtenaren en publieke bestuurders over hoe ze binnen ‘het systeem’ zichzelf proberen te zijn, en benoemen ze hun authentieke talent. Kuits eigen unieke talent? ‘Liefdevol ontmaskeren’. |
Na een carrière als onder meer beleidsadviseur en coach voor politici en overheidsmanagers, begon Petra Hiemstra in 2010 als persoonlijk carrièrecoach voor succesvolle zelfstandig ondernemers en bestuurders. Ze zette Haagse Hoogvliegers op, een landelijk netwerk van ruim 18 trainers en coaches. Opvallend in haar aanbod zijn de ‘luistertrainingen voor gevorderden’: ‘Luisteren vormt voor praktisch iedere professional de basis van zijn of haar vak. Als we actiever, empathischer en dieper luisteren, horen we meer. Achterhalen we sneller de vraag áchter de vraag. Kunnen we adequater reageren en anticiperen op ontwikkelingen. Voelen onze gesprekspartners zich door ons écht gezien, gehoord, geholpen en erkend.’ |
Eva Kuit vertelt hoe ze topambtenaren helpt bij hun voorbereiding op parlementaire enquêtes. ‘De spanning loopt vaak zo hoog op dat er tranen vloeien. En dat is goed. Want de angst en de pijn, de erkenning dat je gefaald hebt – die moeten naar boven komen. Maar ze vinden dat natuurlijk verschrikkelijk moeilijk. Want zo zit je niet in elkaar als ambtenaar. Jij bent van: er is een probleem en dat lossen we op.’
‘Ik had iemand die moest verschijnen in verband met de toeslagenaffaire. Ze zei: ik wil zo graag duidelijk maken dat wij er echt zijn voor de mensen die ‘t het moeilijkst hebben. En ze was volledig oprecht, hè. Ik zei: ja, maar dat kun je alleen duidelijk maken als je eerst zegt dat het dus niet is gelukt. Ze moest dat ontvangen en het was even spannend. Maar toen kon ze het.’
‘Leg je pijn en je angst alsjeblieft hier bij mij op tafel. Zodat je ze niet tijdens het verhoor verdringt en doet alsof er eigenlijk niets aan de hand is. Waardoor mensen woedend worden en je het wantrouwen voedt. Die erkenning werkt bevrijdend. Voor jou. Voor de commissie. En uiteindelijk is het ook bevrijdend voor de samenleving.’
Hiemstra: ‘Zo is het. Als je de pijn bij jezelf niet kunt herkennen en erkennen, kun je dat ook niet bij anderen. En dan kun je het ook niet beter maken.’
Kuit: ‘Erkennen zou moeten behoren tot het vakmanschap van de overheidsdienaar. Maar het is heel slecht ontwikkeld.’
Groot hart
Overheid van Nu brengt Eva Kuit en Petra Hiemstra bij elkaar voor een gesprek over de ambtenaren die zij begeleiden. Wat is hun diagnose? Is er heling nodig? En hoe ziet dat er dan uit?
Beiden hebben een groot hart voor de overheid. Bij Kuit komt dat onder andere naar voren in haar podcast-serie ‘Van systeem naar ik’. Daarin praten topambtenaren en publieke bestuurders openhartig over hoe ze binnen knellende bureaucratische systemen zichzelf proberen te zijn.
Eerder dit jaar publiceerde Petra Hiemstra de tot de verbeelding sprekende bundel ‘Ministeries voor een Nieuwe Tijd’, waarin ze 17 nieuwe (gedroomde) ministeries presenteert, die ons van consumptiemaatschappij naar contributiesamenleving kunnen helpen.
Van probleem naar plan naar probleem
Eerst maar eens een gedegen diagnose. Om te voorkomen dat we te snel naar de oplossing gaan. ‘Want dat is een veel gemaakte fout onder ambtenaren’, diagnosticeert Hiemstra.’ Ik heb zelf als beleidsadviseur gewerkt. Wat me opviel: standaard de beleidscyclus afwerken, is een zeldzaamheid. Wat is het probleem - is het ernstig? Wat is de oorzaak? Wat is het plan? Is het plan uitvoerbaar? Is het doeltreffend? Er lag haast een taboe op. We moesten meteen van probleem naar plan.
‘Misschien heeft het te maken met onze premier, die geregeld zegt dat hij geen zin heeft om naar de oorzaken te kijken. Maar het punt is: als je direct van probleem naar plan gaat, en de oorzaken niet onderzoekt, dan sluit het plan niet aan op het probleem. Je lost het niet op. Beleid en uitvoering worden een soort ganzenbord waar je telkens – met de finish in zicht – weer terug naar af moet.’
Kuit: ‘Ik zou het de overheid gunnen dat ze af en toe eventjes kunnen stilstaan, even uitzoomen. Het gebeurt zo weinig. De ambtenaren die ik coach, zijn dag in dag uit bezig met reageren op incidenten.’
Leegte en angst
Veel ambtenaren, vinden ze, zitten gevangen in een mal, waarin maar weinig ruimte is voor menselijkheid en waarachtigheid – de vocatie van Kuit. Of voor de balans tussen hoofd, hart en ziel – de vocatie van Hiemstra.
Natuurlijk, de ambtenaar heeft een budget voor persoonlijke ontwikkeling. Hij gaat – al dan niet uit eigen beweging – weleens op meditatieweekend of filosofiecursus. Er zijn heidagen. ‘Dan mogen ze even voorzichtig aan hun ziel voelen. Maar als ze dan maandagochtend weer aan het werk gaan, is het weer weg’, zegt Kuit.
Waarmee ze maar wil zeggen: ‘Wie ben jij en hoe kun je jezelf inbrengen in je vak? Die vraag, dat bewustzijn, dat is nauwelijks aanwezig. Veel ambtenaren die ik ken, denken er niet aan om iets anders te gaan doen. Ze hebben passie voor de publieke zaak, ze houden van de intellectuele uitdaging. Maar als je vervolgens naar hun diepere drijfveren wilt, dan wordt het stil. Dan hoor je klachten over zinloosheid, moedeloosheid. Heel veel angst om het niet goed te doen. Angst dat je kop eraf kan gaan. Ja, ik vind de patiënt echt ziek. Al heel lang.’
De grote vragen
Kan de patiënt dan wel genezen worden van zijn reactieve houding? Van zijn existentiële leegte, angst en pijn? Oh, jawel, hoor, zeggen Kuit en Hiemstra betrekkelijk opgewekt. Sterker nog, de genezing – de transitie – is al ingezet.
Ze noemen de toeslagenaffaire en het drama van de gaswinning in Groningen als katalysatoren. Kuit: ‘Ik zie dat ambtenaren dit heel serieus nemen. Eerst was er ontkenning. Toen: het zal toch niet waar zijn. Nu: hier moeten we iets mee. En dan hoop je dat ze niet meteen van probleem naar oplossing gaan, zonder naar de oorzaken te kijken.’
Hiemstra: ‘In Duitsland, waar ik graag kom, hebben grote bedrijven mensen in dienst die zich speciaal bezighouden met Grundsatzfragen. Wat zijn de grote vragen? Hoe beantwoorden wij die? Als we 50 jaar vooruitkijken, wat zien we dan? Dat zou iets zijn om het vakmanschap van de ambtenaar mee te verrijken.’
Wethouder als voorbeeld
‘We hebben hier in Nederland overigens wel degelijk mensen die dat kunnen en doen’, vervolgt Hiemstra. ‘In het bedrijfsleven zowel als bij de overheid. Mensen die weten waartoe ze geroepen zijn. Die de kunst van het groot luisteren verstaan. Daarmee bedoel ik: zodanig naar jezelf en naar de ander kunnen luisteren, dat vervolgens diens potentieel ten goede kan komen aan het grote geheel. En dat dat wederkerig is.
‘Ik zie die kwaliteiten opvallend genoeg vaak bij wethouders. Ik weet niet hoe ze getraind worden, maar ze kunnen in ieder geval empathisch omgaan met inwoners. Dan zeggen ze: ik snap dat u dit graag wilt – komma. Maar daar hebben we helaas geen ruimte voor – komma. Want dit zijn de budgetgrenzen – komma. En wat zou er binnen die kaders dan wel mogelijk zijn – komma? En wat zou u dan graag willen? Dat is het liefdevolle leiderschap dat we steeds meer zullen zien.’
Zo komen we weer bij het pijn kunnen herkennen, erkennen en benoemen, waarmee we dit verhaal begonnen. De door Hiemstra aangehaalde wethouders kunnen dat.
Nieuwe tijdsambtenaar
Is de pijn geadresseerd, dan is er bij de nieuwe tijdsambtenaar ruimte voor wat de oud denken-ambtenaar misschien nog wel engere zaken vindt: dromen, niet weten, risico nemen.
Vage begrippen? Niet wat Hiemstra en Kuit betreft. Ze zijn juist heel erg nodig. Want we staan nog maar aan het begin van een tijdperk van transformaties. We zullen, om met de titel van Jan Rotmans’ laatste boek te spreken, de chaos moeten omarmen. Loslaten en in het diepe springen. Maar niet zomaar. Als je luistert naar jouw en naar elkaars ziel, dan kun je springen in het volle vertrouwen dat je sprong vruchtbaar zal zijn.
Kuit: ‘Ken uzelve. Dat is voor mij de sleutel. Dat wens ik alle ambtenaren toe. En mijn droom is dat ambtenaren van reactie naar creatie gaan. Dezelfde letters, maar een wereld van verschil.’
Hiemstra: ‘Ik ben hoopvol gestemd.’