Welke regionale samenwerking schiet je te binnen als jou wordt gevraagd naar een geslaagd voorbeeld? Die vraag stelden we aan een directeur, watergraaf en burgemeester.
Stefan Kuks is watergraaf van het waterschap Vechtstromen en landelijk voorzitter van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Zijn werk ís regionaal samenwerken, omdat klimaatadaptatie alleen lukt als je over grenzen van lokale overheden samenwerkt. ‘Je moet op een natuurlijke manier met elkaar verbonden zijn.’
Wat is voor u een voorbeeld van geslaagde regionale samenwerking en hoe heeft u het leren kennen?
Kuks: ‘Dan denk ik direct aan een voorbeeld dichtbij huis, waar het waterschap Vechtstromen met de steden Enschede, Hengelo en Almelo samenwerkt in KAS Twente (Klimaatactieve Stedenband). Samen hebben we vele ondergrondse beken weer boven de grond gehaald.’
‘Water werd hier lang om steden heen geleid of in buizen onder de grond gebracht. Tot 1970 werd stedelijk afvalwater nog ongezuiverd op stadsbeken geloosd, wat zorgde voor veel stankoverlast. Nu is open water weer welkom in de steden en maken we zogeheten groenblauwe aders - denk aan stadsbeken -onderdeel van de stedelijke infrastructuur en kunnen we grote hoeveelheden water ook beter afvoeren. Zo zijn we beter bestand tegen extreme regenval en hitte die bij klimaatverandering hoort.’
Wat maakt deze samenwerking bijzonder en geslaagd?
Kuks: ‘Waterschappen zijn vanouds meer op het natuurlijke landschap gericht; gemeenten meer op de bebouwde omgeving. Waterschappen helpen nu bij het opnieuw inrichten van steden om het natuurlijke landschap in de stad te versterken. Beide partijen hebben dus een omslag in hun denken gemaakt. Door regionale samenwerking versterken we de kwaliteit van de stedelijke leefomgeving.’
Wat kunnen andere regionale samenwerkingsverbanden hiervan opsteken?
Kuks: ‘Voor een geslaagde regionale samenwerking moet je een reden hebben waarom je elkaar tegenkomt en vindt. Een regionale samenwerking kun je niet opleggen, want dan gebeurt er in mijn ervaring niks.’
‘Hier in Twente stroomt het water van Enschede naar Hengelo en van daaruit naar Almelo. Dat betekent dat keuzes die in de ene stad worden gemaakt, invloed hebben op de andere stad. Het water verbindt dus en is een reden om als regio met elkaar in gesprek te zijn.’
‘Mijn advies is daarom: kies een schaalgrootte waarbij er een gevoel van landschappelijke of cultureel bepaalde identiteit is, je elkaar al tegenkomt en er al samenwerkingsverbanden bestaan waarbij je kunt aansluiten. Je moet met elkaar een opgave op te lossen hebben, en je moet op een natuurlijke manier verbonden zijn.’