Welke regionale samenwerking schiet je te binnen als jou wordt gevraagd naar een geslaagd voorbeeld? Die vraag stelden we aan een directeur, watergraaf en burgemeester.
Directeur Vera Pieterman is binnen het interdepartementale programma directoraat generaal Stikstof (DGS) verantwoordelijk voor de gebiedsgerichte aanpak en kijkt trots terug op de afgelopen vier maanden: ‘Dit is nou echt hoe we met elkaar willen werken.’
Wat is voor u een voorbeeld van geslaagde regionale samenwerking en hoe heeft u dit leren kennen?
‘Op 24 april 2020 kwamen we met het pakket maatregelen waarmee we de stikstofuitstoot wilden terugdringen. Eén daarvan is de subsidie voor varkenshouders die zelf graag willen stoppen. Dit voorjaar kwamen we erachter dat minder boeren daarvan gebruik wilden maken dan we hadden verwacht.’
‘Dus we hielden geld over. Bijna 170 miljoen. En dat betekent dat we ook met het probleem zaten dat er te weinig stikstofreductie zou zijn. En dat is een probleem, want die stikstofuitstoot hebben we echt nodig voor natuurherstel, woningbouw en infraprojecten.’
‘Toen hadden we natuurlijk van bovenaf kunnen zeggen: we gaan deze en deze maatregelen “opplussen”. Maar dat hebben we niet gedaan. We hebben aan alle 12 provincies hulp gevraagd: hebben jullie zelf voorstellen voor hoe we dat geld kunnen besteden om die stikstofreductie tóch te realiseren?’
‘De provincies kwamen met heel goede, concrete voorstellen. Zoals:“Deze veehouder naast een natuurgebied heeft ons benaderd om te stoppen, maar we hebben gewoon te weinig budget om nu op te kopen, kunnen we het budget daarvoor inzetten?” Een andere provincie wil investeren in walstroom zodat schepen niet met een generator stroom hoeven opwekken, maar elektriciteit van de wal kunnen halen.’
Wat maakt deze samenwerking bijzonder en geslaagd?
‘Vooraf was ik een beetje bezorgd. In het stikstofdossier zit op alles zo’n grote lading. Dus de vraag “willen jullie met voorstellen komen om dat budget goed te besteden?” had ook veel spanning kunnen opleveren. Maar uiteindelijk kwam er echt een mooi en open gesprek op gang.’
‘Dat komt, denk ik, vooral omdat we echt vanuit contact hebben gezocht naar kansen en mogelijkheden. Het was niet een gevalletje van “we doen een uitvraag, en dan gaat op tijdstip x het loket weer dicht”. We hebben echt hulp gevraagd. En dat moest ook want het was echt een probleem van zowel rijk als provincies.’
‘En dat was ook precies het leuke aan dat schaalniveau. Het was lekker concreet, lekker snel én het lost op rijks- en provincieniveau lekker op. Dit was eigenlijk precies hoe we graag met elkaar willen werken.’
Wat kunnen andere regionale samenwerkingsverbanden hiervan opsteken?
‘Zorg dat je iemand in je team hebt, die er lol in heeft om gewoon rond te bellen. Die écht wil snappen wat er in – ik noem maar – Noord-Holland gebeurt. Bij ons is dat Ad Schoof. Die heeft er gewoon echt heel veel plezier in om dat intensieve contact te hebben, en de ander echt te begrijpen.’
‘En ook: hulp vragen loont. Met een open houding kom je samen verder. Maak het menselijk. Institutionaliseer niet alles. Maar wees daarbij wel voorspelbaar in het proces.’